Stem in het basisonderwijs ( vanaf eerste leerjaar) Wat?
Welke STEM-inhouden spreken de leerlingen aan?
Concept/context: het gaat verder dan één vak. Het gaat over de vakken heen ( vakoverschrijdend). Het is ook een speciale methode waar ze mee aan de slag gaan en het laat zien waarom een wiskundig, wetenschappelijk of technologisch idee belangrijk is. Door de mate van het groeien van het denkend vermogen (abstractie) dat toeneemt naarmate leerlingen naar het secundair onderwijs gaan, zijn deze concepten breed toepasbaar. Interdisciplinair: Deze aanpak staat sterk in contrast met het volledig apart aanbieden van vakken. Binnen deze aanpak gaat het om inhouden die behandeld worden vanuit verschillende vakken, zowel binnen als buiten STEM te benaderen.
Hoe?
Technisch proces: Volgens de eindtermen van het STEM bestaat het technisch proces uit vijf stappen: omschrijven van een probleem, ontwerpen maken, in gebruik nemen en evalueren. Al worden er de laatste tijd wel nog wat andere dingen nog aan gekoppeld, maar deze blijven het belangrijkst. de realiteit is iets dat je aan de hand van een technisch proces kan bekijken. Hierdoor ga je je laten ondersteunen door literatuur. Onderzoekende/ontwerpende aanpak: De nood aan deze aanpak in STEM-onderwijs is gebaseerd op het geloof dat het belangrijk is dat leerlingen echt verstaan wat ze leren, dat ze zelf hun leren opbouwen of heropbouwen en dat ze niet zomaar inhoud en informatie herhalen. Bovendien maakt deze aanpak het mogelijk om onderzoeksvaardigheden te verwerven.
Wie?
Leerstijlen: Onderzoekers geloven dat de leerstijl een invloed heeft op de manier waarop leerlingen de leeromgeving waarnemen en de manier waarop ze informatie opnemen. In een klasomgeving is het van belang leerlingen met verschillende leerstijlen aan te spreken en deze samen te brengen.
Secundair onderwijs: Wat?
Welke STEM-inhouden spreken de leerlingen aan?
Concept/Context: Deze kennis is meer dan het kennen van feiten en methodes ( die vaak per vak worden bekeken). Het laat iedereen zien waarom een wiskundig, wetenschappelijk of technologisch idee belangrijk is. Door het toenemen van het abstract denken in het secundair onderwijs zijn deze concepten heel breed toe te passen. De kennis moet dan ook inzicht geven aan contexten en deze kennis moet ook bruikbaar zijn. Interdisciplinair: Deze aanpak staat in het contrast met het apart aanbieden van vakken, dit wordt gezien als vakoverschrijdend. Binnen deze aanpak gaat het om inhouden die behandeld worden vanuit verschillende vakken, zowel binnen als buiten STEM. In kleurmodel STEM: Het Vlaams Lerend Netwerk STEM secundair onderwijs heeft een inkleurmodel voor STEM-onderwijs ontwikkeld. Immers wat een STEM-les, een STEM-project, een STEM-richting of STEM-school inhoudt, valt niet in het kort samen te vatten. Het inkleurmodel zorgt er voor dat er een
antwoord kan gegeven worden op verschillende vragen rond STEM: ‘Waarom?’, ‘Wat?’, ‘Hoe?’ en ‘Voor Wie?’
Hoe?
Onderzoekende/ontwerpende aanpak: De nood aan deze aanpak in STEM-onderwijs is gebaseerd op het geloof dat het belangrijk is dat leerlingen echt verstaan wat ze leren. Dat ze zelf hun leerproces opbouwen of heropbouwen en dat ze niet zomaar inhoud en informatie herhalen. Bovendien maakt deze aanpak het mogelijk om onderzoeksvaardigheden te verwerven en zo te bouwen aan een onderzoekende houding. Technisch proces: Volgens de eindtermen bestaat het technisch proces uit vijf stappen: omschrijven van een probleem, ontwerpen, maken, in gebruik nemen en evalueren. Al wordt het vaker nog breder bekeken de laatste tijd. In de realiteit is een technisch proces eerder een herhaald proces. Bepaalde stappen moeten hernomen worden om tot een optimaal resultaat te komen.
Wie?
Leerstijlen: Onderzoekers geloven dat de leerstijl een invloed heeft op de manier waarop leerlingen de leeromgeving waarnemen, de manier waarop ze informatie opnemen en herinneren en hun uiteindelijke leerresultaat. In een klasomgeving is het van belang leerlingen met verschillende leerstijlen aan te spreken.
Hoe wordt STEM ingezet in de scholen? STEM heeft in het basisonderwijs en in de eerste graad van het secundair onderwijs een explorerende en oriënterende functie. Alle onderwijs, dus ook STEM-onderwijs, is er in die periode op gericht om leerlingen te helpen bij het ontdekken en ontwikkelen van hun talenten en interesses.
Concreet gaat het in het basisonderwijs om de brede vorming van alle leerlingen; STEM-didactiek toegepast op de leergebieden ‘wetenschappen en techniek’ en ‘wiskunde’. In de ‘brede eerste graad’ zet men deze aanpak voort door de STEM-didactiek toe te passen binnen de vakken natuurwetenschappen, wiskunde en techniek. Scholen kunnen ook kiezen om een brede STEM-geletterdheid te realiseren via geïntegreerde projecten en modules die zij aan alle leerlingen aanbieden. Binnen de principes van de ‘brede eerste graad’ kunnen scholen daarnaast ook een specifiek STEM-keuzevak aanbieden, maar dat mag geen verplichting zijn op de STEM-specialisatie in de tweede en derde graad.
Welke STEM-inhouden spreken de leerlingen aan?
Concept/context: het gaat verder dan één vak. Het gaat over de vakken heen ( vakoverschrijdend). Het is ook een speciale methode waar ze mee aan de slag gaan en het laat zien waarom een wiskundig, wetenschappelijk of technologisch idee belangrijk is. Door de mate van het groeien van het denkend vermogen (abstractie) dat toeneemt naarmate leerlingen naar het secundair onderwijs gaan, zijn deze concepten breed toepasbaar. Interdisciplinair: Deze aanpak staat sterk in contrast met het volledig apart aanbieden van vakken. Binnen deze aanpak gaat het om inhouden die behandeld worden vanuit verschillende vakken, zowel binnen als buiten STEM te benaderen.
Hoe?
Technisch proces: Volgens de eindtermen van het STEM bestaat het technisch proces uit vijf stappen: omschrijven van een probleem, ontwerpen maken, in gebruik nemen en evalueren. Al worden er de laatste tijd wel nog wat andere dingen nog aan gekoppeld, maar deze blijven het belangrijkst. de realiteit is iets dat je aan de hand van een technisch proces kan bekijken. Hierdoor ga je je laten ondersteunen door literatuur. Onderzoekende/ontwerpende aanpak: De nood aan deze aanpak in STEM-onderwijs is gebaseerd op het geloof dat het belangrijk is dat leerlingen echt verstaan wat ze leren, dat ze zelf hun leren opbouwen of heropbouwen en dat ze niet zomaar inhoud en informatie herhalen. Bovendien maakt deze aanpak het mogelijk om onderzoeksvaardigheden te verwerven.
Wie?
Leerstijlen: Onderzoekers geloven dat de leerstijl een invloed heeft op de manier waarop leerlingen de leeromgeving waarnemen en de manier waarop ze informatie opnemen. In een klasomgeving is het van belang leerlingen met verschillende leerstijlen aan te spreken en deze samen te brengen.
Secundair onderwijs: Wat?
Welke STEM-inhouden spreken de leerlingen aan?
Concept/Context: Deze kennis is meer dan het kennen van feiten en methodes ( die vaak per vak worden bekeken). Het laat iedereen zien waarom een wiskundig, wetenschappelijk of technologisch idee belangrijk is. Door het toenemen van het abstract denken in het secundair onderwijs zijn deze concepten heel breed toe te passen. De kennis moet dan ook inzicht geven aan contexten en deze kennis moet ook bruikbaar zijn. Interdisciplinair: Deze aanpak staat in het contrast met het apart aanbieden van vakken, dit wordt gezien als vakoverschrijdend. Binnen deze aanpak gaat het om inhouden die behandeld worden vanuit verschillende vakken, zowel binnen als buiten STEM. In kleurmodel STEM: Het Vlaams Lerend Netwerk STEM secundair onderwijs heeft een inkleurmodel voor STEM-onderwijs ontwikkeld. Immers wat een STEM-les, een STEM-project, een STEM-richting of STEM-school inhoudt, valt niet in het kort samen te vatten. Het inkleurmodel zorgt er voor dat er een
antwoord kan gegeven worden op verschillende vragen rond STEM: ‘Waarom?’, ‘Wat?’, ‘Hoe?’ en ‘Voor Wie?’
Hoe?
Onderzoekende/ontwerpende aanpak: De nood aan deze aanpak in STEM-onderwijs is gebaseerd op het geloof dat het belangrijk is dat leerlingen echt verstaan wat ze leren. Dat ze zelf hun leerproces opbouwen of heropbouwen en dat ze niet zomaar inhoud en informatie herhalen. Bovendien maakt deze aanpak het mogelijk om onderzoeksvaardigheden te verwerven en zo te bouwen aan een onderzoekende houding. Technisch proces: Volgens de eindtermen bestaat het technisch proces uit vijf stappen: omschrijven van een probleem, ontwerpen, maken, in gebruik nemen en evalueren. Al wordt het vaker nog breder bekeken de laatste tijd. In de realiteit is een technisch proces eerder een herhaald proces. Bepaalde stappen moeten hernomen worden om tot een optimaal resultaat te komen.
Wie?
Leerstijlen: Onderzoekers geloven dat de leerstijl een invloed heeft op de manier waarop leerlingen de leeromgeving waarnemen, de manier waarop ze informatie opnemen en herinneren en hun uiteindelijke leerresultaat. In een klasomgeving is het van belang leerlingen met verschillende leerstijlen aan te spreken.
Hoe wordt STEM ingezet in de scholen? STEM heeft in het basisonderwijs en in de eerste graad van het secundair onderwijs een explorerende en oriënterende functie. Alle onderwijs, dus ook STEM-onderwijs, is er in die periode op gericht om leerlingen te helpen bij het ontdekken en ontwikkelen van hun talenten en interesses.
Concreet gaat het in het basisonderwijs om de brede vorming van alle leerlingen; STEM-didactiek toegepast op de leergebieden ‘wetenschappen en techniek’ en ‘wiskunde’. In de ‘brede eerste graad’ zet men deze aanpak voort door de STEM-didactiek toe te passen binnen de vakken natuurwetenschappen, wiskunde en techniek. Scholen kunnen ook kiezen om een brede STEM-geletterdheid te realiseren via geïntegreerde projecten en modules die zij aan alle leerlingen aanbieden. Binnen de principes van de ‘brede eerste graad’ kunnen scholen daarnaast ook een specifiek STEM-keuzevak aanbieden, maar dat mag geen verplichting zijn op de STEM-specialisatie in de tweede en derde graad.